Op 12 juli dient het beroep van Koekelt-tuinder Bram in de Algemene Ledenvergadering. VAT-Ede heeft zijn lidmaatschap beëindigd en Bram heeft besloten dit aan te vechten. Niet voor zichzelf, maar voor het gezond functioneren van de vereniging. Hij gaf toestemming om zijn schriftelijke verweerstuk integraal op deze website te publiceren. Hierin stelt hij de ALV enkele prangende vragen.

Voor wie het niet weet: de ALV is een gremium dat wordt gevormd door vertegenwoordigers van de bij VAT-Ede aangesloten complexen. Dit zijn veelal de bestuursleden. Deze getrapte vertegenwoordiging betekent feitelijk dat de pakweg 450 leden/tuinders geen directe invloed kunnen uitoefenen op het hoofdbestuur van VAT-Ede. Het VAT-Ede bestuur legt alleen rekenschap af aan de complexbesturen, niet aan de leden.

Dit werkt machtsmisbruik in de hand, wat ook Bram heeft ondervonden. Waarom het complexbestuur van De Koekelt Brams zaak niet zelf heeft behandeld, maar heeft doorgeschoven naar het hoofdbestuur van VAT-Ede is vooralsnog een raadsel. Bram denkt zelf dat dit bewust is gedaan om hem ‘koud te stellen’.

Dit is het verweer van Bram:

Beste leden van de Algemene Vergadering,

Hierbij stel ik officieel beroep in tegen de beëindiging van mijn lidmaatschap door het hoofdbestuur van VAT Ede.

In de bijgevoegde correspondentie kunt u mijn verweer in detail nalezen. Ik wil u aanmoedigen deze stukken door te nemen, zodat u uw stem goed geïnformeerd kunt uitbrengen. Wat hier speelt gaat namelijk niet (alleen) over het belang van een individuele tuinder, maar raakt aan de fundamenten van het gezond en eerlijk functioneren van onze vereniging. Dit algemene belang is ook de voornaamste reden dat ik dit beroep instel.

Er spelen drie zaken:

1. Het kleine: Een conflict tussen twee tuinders

Er heeft een klein (grens)conflict plaatsgevonden tussen twee tuinders op het complex De Koekelt. Door beide tuinders is hierbij vanuit emotie niet adequaat gereageerd. Maar het VAT Ede bestuur verklaart op basis van vooringenomenheid en onzorgvuldige waarheidsvinding één tuinder volledig schuldig aan het conflict en de andere tuinder gaat vrijuit. Uitgerekend de tuinder die niet de aanleiding was van het conflict en juist uit eigen beweging het conflict heeft gedeëscaleerd en excuses heeft gemaakt voor zijn aandeel, krijgt de maximale straf. Eerst een schorsing, daarna beëindiging van het lidmaatschap.

Dit is fundamenteel onrechtvaardig en de opgelegde straf – uitstoting uit de vereniging en dus feitelijke verbanning van elk moestuincomplex in Ede – is buiten alle proportie. Er is door het VAT Ede bestuur ook geen enkele poging gedaan het onderhavige conflict op een relationele manier op te lossen.

Mijn vraag aan de ALV: Is dit de manier waarop VAT Ede met conflicten tussen leden wil omgaan? In plaats van een open gesprek of mediation om relaties te herstellen, één partij de schuld geven en wegwerken? Waarom vindt u dit een gezonde manier om conflicten op te lossen?



2. Het middelgrote: Onbehoorlijk bestuur

Hoewel geen van de tuinders op dat moment een klacht had ingediend, heeft het VAT Ede bestuur deze zaak op eigen initiatief naar zich toegetrokken. Vervolgens heeft het bestuur niet alleen zo’n beetje elke procedurefout gemaakt die kunt maken, maar ook onrechtmatig (in strijd met de Nederlandse wetgeving) gehandeld.

Concreet:

– Geen enkel bestuurslid heeft na het gebeurde persoonlijk contact met mij gezocht. Terwijl er wel bestuursvergaderingen over mij zijn gehouden, er wel met de andere tuinder is gesproken en zelfs met vermeende getuigen, heeft niemand mij gebeld of aangesproken. Ik ben volledig genegeerd.

– Er heeft geen deugdelijke waarheidsvinding plaatsgevonden. Ik ben op voorhand veroordeeld. Mijn open uitleg over de context van het conflict (want conflicten onstaan niet zomaar) werd genegeerd. Welk verweer ik ook inbracht, het deed er niet toe. Er werd niet op mijn punten ingegaan.

– Het wettelijke gelijkheidsbeginsel dat een bestuur alle leden gelijkelijk moet behandelen is geschonden. Beide tuinders zijn – aantoonbaar – op verschillende wijze behandeld.

– Vervolgens werd ik opgeroepen om op een soort tribunaal te verschijnen. Daar ben ik door de voorzitter driemaal afgekapt toen ik eerst de feiten van de aanklacht helder wilde krijgen. Er is mij geen enkele vraag gesteld om tot eerlijke waarheidsvinding te komen. Het was een schijnproces.

– Er zijn leugens over mij verkondigd, onder meer dat ik mijn kant van het verhaal niet heb willen vertellen, terwijl ik dat juist uitgebreid heb gedaan. Er zijn meerdere zaken beweerd die niet zijn onderbouwd en dus eigenlijk suggestief zijn. Er zijn allerlei drogredeneringen gebruikt om mij in een kwaad daglicht te stellen en zo weg te kunnen werken.

– Mijn klacht over de tuinder die schade op mijn tuin had aangericht en spullen had weggenomen, en die daarop niet aanspreekbaar was, waardoor het conflict onstond, is bij herhaling niet in behandeling genomen. Toen ik uiteindelijk met juridische stappen dreigde, is mijn klacht wel even snel door het bestuur behandeld, maar op vooringenomen en onzorgvuldige wijze alsnog van tafel geschoven. Een getuige die ik had aangedragen is niet gehoord.

– Er is door het bestuur geschermd met vermeende bewijsstukken en (voor mij anonieme) getuigenverklaringen om mij te belasten, maar deze documenten zijn mij niet verstrekt, hoewel ik hier viermaal expliciet om heb gevraagd. Het is intens oneerlijk om iemand te beschuldigen, zonder het bewijs daarvoor te overleggen. Hiermee heeft het bestuur een eerlijke rechtsgang belemmerd. Bovendien is het een overtreding van de privacywet om informatie over mij op te slaan zonder deze te willen verstrekken als ik daarom vraag.

– De voorzitter van VAT Ede heeft alle gesprekken geleid en alle correspondentie naar zich toegetrokken. De andere vier bestuursleden hebben vrijwel geen rol van betekenis gespeeld. Hierdoor kon zij haar positie misbruiken om mij eenzijdig te veroordelen en is er naar mijn overtuiging gemanipuleerd met informatie. Bovendien is het een schending van de wettelijk vastgelegde scheiding van machten tussen voorzitter en secretaris binnen het verenigingsrecht.

– Er was geen enkele menselijke maat of pastorale consideratie in hoe het bestuur deze zaak heeft behandeld. Als je met mensen werkt, mag van bestuurders toch wat empathie en sociale vaardigheden worden verwacht. Het was en is in alle opzichten hard en kil.

– Het is ironisch, maar juist door de opstelling van het bestuur van VAT Ede is deze zaak totaal onnodig geëscaleerd. Driemaal heb ik een handreiking gedaan aan het bestuur om gewoon open met elkaar in gesprek te gaan en driemaal is dit geweigerd of genegeerd. Ik heb mij verbaasd over de totale onwil bij het bestuur om tot een constructieve oplossing te komen.

– Het VAT Ede bestuur heeft geen enkele zelfreflectie aan de dag gelegd over haar eigen functioneren in deze zaak en stond daar ook niet voor open. Het was top-down dictatoriaal.

Mijn vraag aan de ALV: Aan welke eisen van goed bestuur weet u zich gebonden in de omgang met leden? Wat denkt u dat het met mensen doet als ze zo oneerlijk, ongelijkwaardig en hardvochtig worden behandeld? Is dit het soort bestuur dat u als vereniging voorstaat?

3. Het grote: De verenigingscultuur bij VAT Ede



In de vijf jaar dat ik actief betrokken ben geweest als lid en me op allerlei manieren voor de vereniging heb ingezet, heb ik gemerkt dat ledeninitiatieven regelmatig werden afgekapt en ontmoedigd. Er was vaak sprake van een dwingende, top-down communicatie van bestuur naar leden. Er was geen ruimte voor gezonde tegenspraak en het constructief oppakken van kritische feedback over het bestuursbeleid.

Zo ben ik afgelopen zomer vanwege mijn feedback over de dwingende manier van communiceren over teeltplannen door het bestuur van De Koekelt al eens bijna geroyeerd. Dat was ook onrechtmatig en het complexbestuur realiseerde zich dit gelukkig tijdig. Maar het illustreert wel de lik-op-stuk benadering vanuit ‘de top’. Deze overreactie heeft mij destijds erg verbaasd en maakte me duidelijk dat kritiek blijkbaar niet wordt geduld. Wie aan de positie van bestuursleden komt, wordt als het kan keihard weggewerkt. Dit lijkt zowel bij De Koekelt als bij VAT Ede een structureel probleem te zijn.

Ook in deze zaak gaat het niet om dat kleine grensconflict met een medetuinder. Dit is door het VAT Ede bestuur opgeblazen en aangegrepen als een stok om de hond mee te slaan, en een kritisch betrokken tuinder af te straffen. Net zoals in de tijd van het Politbureau in de Sovjet-Unie dissidenten in schijnprocessen werden weggewerkt.

Heel jammer, want juist de moestuin zou een plek moeten zijn waar je kunt ontspannen, waar iedereen vrij kan bijdragen, waar, zoals het laatst in het blad van de AVVN stond, kan worden gepolderd, waar conflicten tussen mensen met een goed gesprek en een portie zelfgekweekte slaboontjes kunnen worden bijgelegd. Ik constateer dat dat ideaal bij VAT Ede dus echt niet functioneert.

Mijn vraag aan de ALV: Welke cultuur streeft u na op de moestuin? Is de vereniging een plek waar iedereen mag bijdragen, ook de tuinders die wat uit de pas lopen of een rafelrandje hebben of soms een fout maken? Is er genade en ruimte? Of staat VAT Ede voor een cultuur waarin tuinders die kritisch zijn of een fout maken worden gestraft en weggewerkt?


Concluderend


Ik vraag u om het besluit van het VAT Ede bestuur om mijn lidmaatschap te beëindigen te herroepen. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Ik verzoek u om het bestuur op te dragen om mij in goed overleg een nieuwe tuin toe te wijzen op een andere plek op De Koekelt.

Een relationele oplossing van een conflict is altijd het beste, voor alle partijen. Maar als de ALV de ramkoers van het VAT Ede bestuur bevestigt, zie ik mij helaas genoodzaakt de kantonrechter te vragen dit besluit alsnog te vernietigen.

In dat geval zal ik de door mij geleden schade in tijd, procedures, persoonlijk en op mijn moestuin (die ik gedwongen volledig heb moeten ontmantelen) op de vereniging verhalen. Deze schadeclaim, in concept opgesteld door mijn advocaat, zal naar verwachting rond de € 10.000 bedragen.

Het vraagt soms moed om recht te doen en het goede te kiezen. Ik hoop dat u die moed vindt. Als u vragen heeft over mijn beroep, kunt u mij bellen of mailen.

Met vriendelijke groet,

Bram

(om privacyredenen heeft deze tuinder ervoor gekozen een pseudoniem te gebruiken; zijn echte naam is bekend bij de redactie van deze website)